Biscuitdeeg voor ca. 6 stuks:
3 eieren
75 g suiker
1 pakje vanillesuiker
1 snufje zout
100 g tarwemeel
1 afgestreken tl bakpoeder
Vulling:
1 glas zure kersen
(uitlekgewicht 350 g)
10 g maizena
1 pakje vanillesuiker
2 el kersenvocht
75 g pure chocolade
200 g slagroom
Garnering:
125 g pure chocolade
Voor bakliefhebbers met enige ervaring
1. Doe de eieren in een mengkom, neem een mixer met gardes en klop de eieren op de hoogste stand tot schuim. Voeg de vanillesuiker, de suiker en het zout al roerend toe en roer daarna nog even kort door. Mix het meel met het bakpoeder en meng dit op de laagste stand door de massa.
2. Verdeel het deeg in een springvorm (30 x 25 cm) en strijk het glad.
3. Schuif het bakblik in de voorverwarmde oven (boven- en onderwarmte: 200 °C, hetelucht: 180 °C). Na ca. 10 minuten is de bodem gaar. Haal de bakrand voorzichtig los en leg deze aan de kant.
4. Leg het biscuit op een met suiker bestrooid velletje bakpapier en laat het daar afkoelen.
5. Gebruik dessertringen (Ø 7,5 cm) om 12 rondjes uit het deeg te steken. Leg de dessertringen op een tafelblad en vul elk van de dessertringen met 1 gebakbodem (6 stuks zijn later nodig).
6. Nu is de vulling aan de beurt. Laat de zure kersen in een zeef uitlekken, vang het vocht op en zet 150 ml apart. Meng de maizena aan met 4 el van het kersenvocht en breng de rest van het vocht samen met de vanillesuiker aan de kook. Meng de maizena hier al roerend doorheen en kook het geheel opnieuw kort op. Meng de kersen en het kersenvocht hierdoor en vul de dessertringen hiermee. Leg de 6 resterende gebakbodems op de gevulde dessertringen.
7. Hak de chocolade in grove stukken en smelt deze au bain-marie op een laag vuurtje. Klop de slagroom stijf, meng de gesmolten chocolade hier voorzichtig door, en vul de dessertringen hiermee. Zet de taartjes minstens 1 uur koud in de koelkast.
8. Nu is het tijd voor de garnering. Breek de chocolade in grove stukjes en smelt deze eveneens au bain-marie. Snijd uit een dubbel velletje aluminiumfolie 6 lange stroken (28 x 7 cm) en vouw deze aan de korte kanten 1 cm naar binnen om ze aan vast te houden. Neem een mes en besmeer elk van de stroken met ongeveer 1-2 el chocolade. Laat de chocolade slechts zo lang hard worden, dat de stroken nog om de taartjes kunnen worden gewikkeld. Verwijder de taartjes uit de dessertringen, leg de met chocolade besmeerde aluminium stroken hieromheen en druk de samengevouwen randen samen. Laat de chocoladeranden hard worden en probeer de aluminiumfolie hierna voorzichtig te verwijderen. Zet de taartjes voor het opdienen in de koelkast. Indien gewenst kunnen ze met verse kersen worden gegarneerd.