Op basis van de Bonner Venenstudie* lijdt ongeveer 3% van de Duitse bevolking aan chronische veneuze insufficiëntie. Hoewel deze aandoening, ook bekend als zwakke aderen, niet levensbedreigend is, moet deze ook niet gebagatelliseerd worden. Er kunnen namelijk op de lange termijn ernstige complicaties optreden, zoals het zogeheten open been (ulcus cruris venosum), zodat de benen in kwestie doorgaans zo vroeg mogelijk en consequent verzorgd moeten worden.
Chronische veneuze insufficiëntie (CVI), ook wel chronisch veneus stuwingssyndroom of chronische aderinsufficiëntie genoemd, is een aandoening van het adersysteem. Het terugstromen van het bloed naar het hart door de aderen is daarbij verstoord. Dat kan pathologische veranderingen van de bloedvaten, het bindweefsel en het huidoppervlak en zelfs chronische wonden tot gevolg hebben.
De hoofdoorzaak van het optreden van een CVI zijn defecte aderkleppen. Het risico op het krijgen van chronische veneuze insufficiëntie is bij vrouwen hoger dan bij mannen en neemt toe met de leeftijd, door overgewicht en reeds aanwezige vaataandoeningen.
De volgende risicofactoren verhogen de kans op het ontwikkelen van een chronische veneuze insufficiëntie (CVI):
Hoge leeftijd
Adipositas
Beperking in bewegingsmogelijkheid en gebrek aan beweging
Langdurig zitten of staan
Hormonale invloeden (zwangerschap, de pil)
Strakke kleding
Erfelijke aanleg
De volgende ziektebeelden kunnen leiden tot het optreden van chronische veneuze insufficiëntie (CVI):
Patiënten met chronische veneuze insufficiëntie (CVI) hebben last van een toenemend zwaar gevoel in de benen, hebben 's avonds gezwollen vaten en vaak ook bezemrijs boven de enkels en aan de voetranden. Naast toegenomen kuitkrampen treden vaak ook een gespannen gevoel, kriebelen of jeuk op.
Als u last hebt van een of meer van de bovengenoemde symptomen, is het raadzaam om zo snel mogelijk een fleboloog te bezoeken.
Aan de hand van typische symptomen, zoals de beschreven veranderingen van de huid, kan een chronische veneuze insufficiëntie vaak ook al met het blote oog goed worden herkend. Als verder onderzoek nodig is, gebeurt dat doorgaans met behulp van een duplex-sonografie. Dit speciale echoapparaat laat de drukverschillen in de bloedvaten zien en maakt veranderingen in de vaatwanden zichtbaar.
Bij een flebografie wordt een contrastmiddel in de bloedbaan geïnjecteerd om de contouren van de bloedvaten zichtbaar te maken met röntgenbeelden. Bij een persflebografie worden daarvoor de oppervlakkige vaten afgebonden om een duidelijker beeld van de bloedstroom in de diepgelegen beenvaten te kunnen verkrijgen.
Vroeger werd chronische veneuze insufficiëntie ingedeeld in de 3 ernstgraden van Widmer. Tegenwoordig wordt CVI vaak ingedeeld op basis van de CEAP-classificatie.
CEAP-classificatie | Indeling volgens Widmer | ||
---|---|---|---|
C0 | Geen zichtbare tekenen | / | |
C1 | Bezemrijs | Stadium 1 | Bezemrijs en reversibele zwellingen |
C2 | Spataderen (varicose) | / | |
C3 | Spataderen en zwelling (oedeem) | / | |
C4 | Spataderen en huidveranderingen | Stadium 2 | Blijvende zwelling, verkleuringen en andere huidveranderingen |
C5 | Spataderen en genezen open been (ulcus) | Stadium 3a | Genezen open been (ulcuslitteken) |
C6 | Spataderen en open been (ulcus) | Stadium 3b | Open been (ulcus) |
Vroeger werd chronische veneuze insufficiëntie ingedeeld in de 3 ernstgraden van Widmer. Tegenwoordig wordt CVI vaak ingedeeld op basis van de CEAP-classificatie.
CEAP-classificatie | |
---|---|
C0 | Geen zichtbare tekenen |
C1 | Bezemrijs |
C2 | Spataderen (varicose) |
C3 | Spataderen en zwelling (oedeem) |
C4 | Spataderen en huidveranderingen |
C5 | Spataderen en genezen open been (ulcus) |
C6 | Spataderen en open been (ulcus) |
Indeling volgens Widmer | |
---|---|
Stadium 1 | Bezemrijs en reversibele zwellingen |
Stadium 2 | Blijvende zwelling, verkleuringen en andere huidveranderingen |
Stadium 3a | Genezen open been (ulcuslitteken) |
Stadium 3b | Open been (ulcus) |
Hoewel vele factoren van chronische veneuze insufficiëntie (CVI) erfelijk zijn, kunt u zelf enkele dingen doen om CVI te voorkomen. De belangrijkste maatregelen ter voorkoming van een chronische veneuze insufficiëntie zijn beweging en het dragen van compressiehulpmiddelen. Maar ook de individuele levensstijl speelt een rol.
Om veranderingen en verwondingen aan de huid te voorkomen, is bij zwakke aderen bovendien een zorgvuldige verzorging van de huid nodig. Gebruik daarvoor PH-neutrale reinigingsproducten en vochtinbrengende huidverzorging met 5 tot 10% urea.
De behandeling van CVI heeft als doel de doorbloeding te verbeteren en bloedstuwing te voorkomen. Het dragen van compressiekousen is het belangrijkste onderdeel van de conservatieve therapie. De compressiekousen drukken de aderen licht samen, zodat de aderkleppen dichter bij elkaar liggen en weer beter kunnen sluiten. De stroomsnelheid en daarmee de terugstroming van het veneuze bloed worden beïnvloed.
Een medische behandeling van CVI is afhankelijk van de bijkomende omstandigheden van de aandoening. Als er risico op het vormen van bloedstolsels (trombose) bestaat, worden antistollingsmiddelen (anticoagulantia) ingezet. Bij ernstigere zwellingen door overtollig vocht kunnen vochtafdrijvende medicijnen (diuretica) het afdrijven van urine bevorderen.
Als al een wond is ontstaan die niet meer vanzelf geneest, moet u direct contact opnemen met een arts en u laten informeren over de behandeling van een open been (ulcus cruris venosum).
Afhankelijk van de oorzaak van de CVI kan ook een operatie noodzakelijk zijn. Zo kan bij patiënten met ernstige spataderen een operatieve injectiebehandeling worden uitgevoerd of kunnen de sterk uitpuilende bloedvaten volledig worden verwijderd (stripping) in het kader van een operatie aan de vaten. Delen van het vatensysteem die nog intact zijn nemen vervolgens de functie over en de doorbloeding verbetert. In alle gevallen blijft ook na een operatie aan de bloedvaten een voortdurende verzorging met compressiehulpmiddelen vereist en zinvol.
Het is niet mogelijk om volledig te genezen van een CVI, omdat de beschadigde aderen niet meer volledig opnieuw kunnen worden gegenereerd. In gevorderde stadia blijven naast bezemrijs en spataderen ook verkleuringen van de huid zichtbaar.
Chronische wonden, zoals bij ulcus cruris venosum, kunnen genezen. Omdat dit soort wonden van binnen naar buiten wordt gevormd, bestaat er een groot risico dat een nieuwe wond ontstaat. De vorming van een dunne, gesloten huidlaag is namelijk slechts de eerste stap van het genezingsproces.
Daarom dienen compressiekousen bij chronische veneuze insufficiëntie consequent en voortdurend te worden gedragen.
U wilt laten zien dat u kennis van zaken hebt? Wij geven u alle belangrijke informatie over het flebologie-onderwerp veneuze aandoeningen.
Hier geven we u alle informatie over bezemrijs: ontstaan, risicofactoren, preventie en verwijdering.
Hier leest u alles wat u moet weten over spataderen: van de oorzaken tot de preventie en de behandelmogelijkheden.
Wij vertellen u alles wat u moet weten over trombose: van de oorzaken tot de preventie en de behandelmogelijkheden.
Hier leest u alles over ulcus cruris venosum, van de oorzaak tot de behandeling van een open been.
Chronische veneuze insufficiëntie (CVI) is een aandoening van de beenaderen die ernstige gevolgen kan hebben.
U wilt laten zien dat u kennis van zaken hebt? Wij geven u alle belangrijke informatie over het flebologie-onderwerp veneuze aandoeningen.
Hier geven we u alle informatie over bezemrijs: ontstaan, risicofactoren, preventie en verwijdering.
Hier leest u alles wat u moet weten over spataderen: van de oorzaken tot de preventie en de behandelmogelijkheden.
Wij vertellen u alles wat u moet weten over trombose: van de oorzaken tot de preventie en de behandelmogelijkheden.
Hier leest u alles over ulcus cruris venosum, van de oorzaak tot de behandeling van een open been.
Chronische veneuze insufficiëntie (CVI) is een aandoening van de beenaderen die ernstige gevolgen kan hebben.