Overbelasting
Vooral bij de landing na een sprong ontstaat er een maximale trekbelasting op de kniepees. Naast de intensiteit speelt ook de frequentie van de belasting en de betreffende trainingstoestand een relevante rol.
Bij patellatendinopathie gaat het om een chronische ontsteking van de patellapees bij de aanhechting aan de knieschijf. De aandoening ontstaat meestal als gevolg van overbelasting en is gemakkelijk te diagnosticeren omdat de pijn duidelijk gelokaliseerd is bij het onderste puntje van de patella en tijdens het onderzoek gemakkelijk kan worden gereproduceerd.
Patellatendinopathiewordt geclassificeerd in vier fases. In de eerste fase doet de pijn zich uitsluitend voor na een zware belasting. Bij de tweede fase doet de pijn zich voor bij aanvang en na afloop van de belasting. Bij de derde fase is de pijn continu. Bij de vierde fase ontstaat er een scheur in de patellapees.
Een patellatendinopathie is de meest voorkomende knieaandoening onder topsporters en ambitieuze recreatieve sporters. Met name sporten met een hoge trekbelasting op de patellapees, zoals het geval is bij springen en neerkomen, kunnen leiden tot een patellatendinopathie. Naast hoog- en verspringen, moeten we ook denken aan balsporten zoals volleybal en basketbal, en aan gewichtheffen of duurlopen op harde ondergrond.
Patellatendinopathie is een ontsteking van de pees die de bovenbeenspieren via de knieschijf (patella) verbindt met het scheenbeen (tibia). Dit gebeurt aan het onderste uiteinde van de knieschijf precies bij de overgang van de patellapees naar de patella.
De meeste mensen kennen patellatendinopathie (PTP) waarschijnlijk onder de naam jumper's knee of springersknie. Daarnaast zijn de volgende vaktermen gebruikelijk: patellatendinitis, patellaire tendinose, patellaire tendinopathie en enthesiopathie.
Een patellatendinopathie ontstaat door een chronische overbelasting van de peesaanhechting. Hierbij is de belasting in gebogen toestand van de knie het sterkst, omdat de peesaanhechting geknikt en aangespannen is.
Bij het ontstaan van een patellatendinopathie kunnen in principe drie gebieden betrokken zijn: het actieve bewegingsapparaat (spieren en pezen), het passieve bewegingsapparaat (botten, gewrichten en banden) en de individuele lichaamshouding.
Overbelasting
Vooral bij de landing na een sprong ontstaat er een maximale trekbelasting op de kniepees. Naast de intensiteit speelt ook de frequentie van de belasting en de betreffende trainingstoestand een relevante rol.
Trekkrachten door disbalans
De trekkrachten die inwerken op de patellapees kunnen toenemen een aangeboren zwakte van de kniebanden, verkorte of verharde bovenbeenspieren, een verkort been of een andere fysieke disbalans.
Te hoge stand van de knieschijf
Bij een patellahoogstand, ook wel patella alta of hoogstand van de knieschijf genoemd, is de knieschijf naar boven verschoven waardoor er in de buigfase verhoogde trekkrachten ontstaan op de patellapees. Een patellahoogstand kan zowel aangeboren als verkregen zijn.
Malalignment (verkeerde stand van de patella)
Als de knieschijf naar buiten schuift, leidt dit tot extra belasting die kan leiden tot klachten.
Om de basis te leggen voor een succesvolle behandeling van de patellatendinopathie is het belangrijk om eerst een einde te maken aan de belastingssituatie. Afhankelijk van de intensiteit is het raadzaam om een pauze van zes tot twaalf weken in te lassen voordat u weer langzaam begint te trainen.
Bij chronische of acute pijn helpt een patellapeesband, zoals de JuzoFlex Patella Xtra, om de knieschijf te geleiden en te stabiliseren. Het massage-effect van de noppen het de bloedcirculatie en daarmee het genezingsproces. Als de oorzaak van de patellatendinopathie een verkeerde stand van de voet is, kan een orthopedische inlegzool de disbalans compenseren. In ernstige gevallen zorgt een orthese, zoals de JuzoPro Patella Xtec, voor extra stabiliteit en dus een nog effectievere behandeling.
Patellatendinopathie optimaal verzorgen
De JuzoFlex Patella Xtra wordt gebruikt bij de conservatieve therapie van een patellatendinopathie. Als eerste moeten pijnklachten worden verminderd en de regeneratie worden ondersteund. Een pelotte centreert de knieschijf en verbetert zo de geleiding van de knieschijf. De noppen bevorderen door hun stimulerende en masserende werking het genezingsproces.
Bij een patellatendinopathie kan de therapie tot zestien weken duren. Het vergt veel geduld en medewerking van de patiënt. Als de behandeling voortijdig wordt stopgezet, kan de patellatendinopathie een chronisch verloop krijgen. Daarom zijn een consequente verzorging met JuzoFlex Patella Xtra, aanvullende fysieke maatregelen en revalidatie-oefeningen noodzakelijk.
Afhankelijk van de fase, het pijnbeeld en de indicatie van de patellatendinopathie worden er verschillende vormen van fysiotherapie gebruikt. Naast massages en heilgymnastiek wordt er ook gebruik gemaakt van thermotherapie, elektrotherapie, ultrasonotherapie en schokgolftherapie. De afzonderlijke maatregelen zijn, afhankelijk van de oorzaak, individueel samen te stellen en te combineren.
Om de belasting van de peesaanhechting te verminderen, is het noodzakelijk om sporten te vermijden waarbij veel wordt gesprongen of die op een andere manier sterke of talrijke trekbelastingen met zich meebrengen. Om de ondersteunende spieren te versterken, moet u na overleg met uw arts overschakelen op minder belastende sporten, zoals fietsen of aquajogging. Regelmatig rekken van de bovenbeenspieren kan de spanning op de knieschijf verminderen, terwijl andere, gerichte oefeningen een disbalans kunnen corrigeren.
Voor het trainen zijn met name excentrische oefeningen geschikt. Hierbij zal de spier kracht leveren terwijl ze verlengt. De resulterende spierspanning wordt dan langzaam en gecontroleerd losgelaten tijdens de excentrische fase.
Niveau 1: Bewegingscontrole
Ga met uw voeten op heupafstand voor een step of andere stabiele verhoging (ca. 20 cm) staan. Stap met een gecontroleerde beweging op de verhoging. Let erop dat uw knie niet voorbij de tenen komt!
3 x 15 - 20 herhalingen per zijde
Ga op een stoel zitten met uw benen gebogen in een hoek van 90°. Trek een been op met de tenen naar binnen gedraaid. Strek het been en draai de tenen zover mogelijk naar buiten.
3 x 15 - 20 herhalingen per zijde
Niveau 2: Coördinatie
Ga met uw voeten iets naar buiten gedraaid schouderbreed uit elkaar staan. Belangrijk: De knie en de tenen wijzen steeds in dezelfde richting. Buig uw knie langzaam (de billen bewegen naar achteren) en keer terug naar de uitgangspositie.
3 x ca. 10 - 15 herhalingen
Maak een grote stap in een rechte lijn naar voren. Buig de achterste knie. Let erop dat uw knie niet voorbij de tenen komt!
3 x 15 - 20 herhalingen per zijde
Niveau 3: Spieren sterken
Ga met de rug tegen de muur staan (in het ideale geval met een zachte bal). Ga langzaam op uw hurken zitten en strek in een vloeiende beweging een been naar voren.
3 x ca. 10 - 15 herhalingen
Voor deze oefening heeft u een beweegbaar standvlak nodig, zoals een zacht kussen of een balance-pad. Zet een been op het kussen. Hef het tweede been omhoog en buig nu de knie.
3 x 10 - 15 herhalingen per zijde
Een chirurgische ingreep moet alleen als laatste redmiddel worden overwogen bij een patellatendinopathie. Als een conservatieve behandeling geen permanente verbetering oplevert, zijn er zowel open als minimaal invasieve operatieve ingrepen mogelijk.